Circulariteit

Zoek het op en je krijgt ‘rondgaande beweging’. Zo ongeveer als je een column of blog leert schrijven, eindigen bij je beginpunt.

Hoe ik er op kom? Ik loop vaak tegen een buzzwoord op en deze keer is het circulaire economie. Volgens Wikipedia is dat ‘een economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren. Anders dan in het huidige lineaire systeem, waarin grondstoffen worden omgezet in producten die aan het einde van hun levensduur worden vernietigd’.

En de verwarring sloeg toe bij mij. Want circulair is wat mij betreft grondstoffen almaar hergebruiken. Stuitte ik in mijn zoektocht op internet alleen op een artikel op Management Impact van een onderzoeker en een hoogleraar van de Radboud Universiteit in Nijmegen over gebruikslekkage en ik was weer een illusie armer. Maar ik was sowieso al getriggerd bij maximaliseren en minimaliseren, want hoe kwantificeer je dat? Op twee bijeenkomsten die ik onlangs bezocht, ontdekte ik dat ik al ver ben in mijn circulaire gedachten. Voor mij gaat circulariteit zo ver dat het ook is grondstoffen zo gebruiken in je ontwerp dat ze weer makkelijk te scheiden zijn in monostromen. Daarna kun je dus upcyclen, hergebruiken en er iets met meer waarde van maken. En dat bracht me, al weer via Wikipedia op schijn-upcycling en dat herkende ik. Want vaak is het nog mooie dingen maken van stoffen waar je eigenlijk niets anders meer mee kan maar die aan het einde van hun levensduur toch weer in de oven belanden omdat ze op zichzelf niet meer (rendabel) te recyclen zijn. Dus niets (oneindig) rondgaande beweging. We zijn er nog niet maar ik heb al mooie initiatieven gezien dus blijf hopen en natuurlijk informatie verzamelen om te verwerken tot mooie verhalen en blogs.

De klok en de klepel

U heeft er vast wel eens van gehoord: contentmarketing. En misschien handelt u er al jaren naar maar nu heeft ‘het beestje dan een naam’. Het gaat er namelijk om dat u uw boodschap zo niet-commercieel mogelijk verpakt en vooral u laat voorstaan op de kennisdeling van alles wat u in huis heeft.

Laat uw werknemers hun wetenswaardigheden delen via social media en de klanten verdringen zich op uw stoep. Ik chargeer een beetje omdat ik onlangs werd getriggerd op een bijeenkomst waar diegene die dit debiteerde, even een paar stappen oversloeg.

Want de kracht zit hem nog altijd in de herhaling! Dus, ja uw medewerkers via Linkedin en Facebook laten vertellen hoe leuk ze het bij uw bedrijf hebben en wat ze allemaal leren, helpt. Probeer er niet te krampachtig over te doen en ze voor te schrijven dat u eerst alles wilt zien wat ze gaan ‘delen’. Hierbij geldt: ‘als u het goed doet, heeft u niets te verbergen’ en dan kunt u beter zo transparant mogelijk zijn. Een van mijn opdrachtgevers heeft dat goed begrepen: zo veel mogelijk toegankelijk maken voor iedereen. Maar heel knap, het business model dat er aanhangt klopt kennelijk. Want het is niet alleen maar geven maar het levert ook wat op waar dan vervolgens weer nieuwe content mee gemaakt kan worden, via mij bijvoorbeeld.

En dat brengt mij op dat ‘een paar stappen overslaan’. Contentmarketing impliceert vele manieren, en niet allemaal ‘gratis’. Beperk u niet maar pak breed uit. U komt een heel eind met bovenstaande aangevuld met beurzen, advertenties of allerlei andere creatieve uitingen die u kunt verzinnen. De kracht zit hem in de herhaling en een consistent verhaal!

Want ethos, pathos en logos vertellen een ‘natuurlijk’ verhaal, betoogde Wouter Bos ooit bij Dwdd Academy. Als u bezieling legt in wat u vertelt, de indruk wekt dat u deugt en een goede onderbouwing geeft, vertrouwen klanten u op ‘uw blauwe ogen’.

Ook al hoef ik het eigenlijk niet te benadrukken: “Komt u er zelf niet helemaal uit? Ik help u graag.” Maar ja de kracht zit hem in de herhaling.

 

En u na de kop boven dit artikel maar denken dat ik het over kerstklokken ging hebben……

Ik wens u fijne feestdagen en een gezond 2017!

(On)zin

Als vrouw rondlopend in een technische sector wordt mij vaak gevraagd: ‘Ben je technisch?’ Gelukkig zijn steeds meer vrouwen dat maar ik zeker, vanuit mijn achtergrond niet. Maar is dat relevant als je er over moet schrijven? Ok, het is een niche waar ik mij in beweeg. Maar juist het feit dat ik niet-technisch ben, biedt mij de gelegenheid als intermediair tussen die supertechneut en de leek op te treden. Domme vragen bestaan niet, dus durf ik alles te vragen. Als ik het snap en het goed kan verwoorden, dan snapt iemand die het leest en er ook niet zo in thuis is, het misschien ook wel. Maar hoe ver moet je daarin gaan? Bij de opening van een fabriek verbaasde ik me ooit over de vraag die een van de andere journalisten stelde. Niets over het proces (technische vragen dus) maar over hoeveel arbeidskrachten de nieuwe vorm van automatisering ging kosten. Bleek diegene natuurlijk van het FD. Dat bewees maar weer eens dat doelgroepuitgangspunt een heel ander verhaal oplevert. En de gemiddelde Nederlander wil en hoeft niet alle ins en outs te weten toch? Twee jaar geleden op Hannover Messe keken wij technische journalisten raar op bij de voorbeelden die Rutte als vooruitstrevend Dutch Design aanhaalde. Maar het waren kennelijk aansprekende voorbeelden voor de ‘gewone’ Nederlander want ze haalden ‘s avonds het NOS-journaal.

Die diepgravende kennis over bepaalde onderwerpen krijgt wel vaker een staartje. Zo ontstond onlangs in het bestuur van de Vereniging Industrie Pers (VIP) waar ik voorzitter van ben een discussie over hoe wij ons meer kunnen profileren als algemene vraagbaak voor technische communicatie. Aanleiding was de kreet ‘Parende robots’ die ergens was gebezigd in algemene media. Slaat iemand hier nou volledig de plank mis en is dit klinkklare onzin of wil de niet-techneut zo getriggerd worden om een technisch onderwerp te begrijpen? We kwamen er niet echt uit. Ok, schoenmaker blijf bij je leest dus wij richten ons op communicatie rondom technische onderwerpen en laten aan collega’s de eer om de algehele opinie te beïnvloeden. Maar onzin verkondigen kan echt niet en vraagt om inlezen en inleven.

Zo probeer ik op dit moment de (on)zin van de CO2-discussie te doorgronden. Het kort door de bocht ‘sluiten van alle kolencentrales’ stuit mij tegen de borst om de kapitaalvernietiging. In de serie in t FD over dit onderwerp wordt ook al gesproken over de nuttige bijstook die vervalt bij sluiting. En ik maar denken dat we inmiddels genoeg methodes hebben om CO2 te (her)gebruiken? Lijkt me een leuke om de komende maanden eens uit te zoeken.

Kortom, (technische) communicatie blijft lastig.

 

 

Blij

Nu de zomer voor de deur staat, gaan de gedachten langzaam maar zeker weer naar andere dingen uit. Even het hoofd leeg maken, toe komen aan klussen die bleven liggen of gewoon een avond buiten bijkletsen met vrienden of familie uitkijkend op de ondergaande zon. Heerlijk daar word ik blij van.

Omdat ons huis een paradijs op zich is, blijven we de zomers vaak thuis. We laten mensen er van meegenieten (bijvoorbeeld via Pont8) en genieten van de mensen die ons verblijden. Letterlijk, want we ontdekten inmiddels hoe leuk het is om een B&B te runnen. Het levert onverwachte ontmoetingen en gesprekken op.

Zoals onlangs, de lts-er die boekhouder werd en nu daarin minder werk is (automatisering doet zijn intrede) op een leeftijd dat de arbeidsmarkt nog weinig kansen overlaat, zich om liet scholen tot operator. Met een Vapro-diploma op zak was er een componentenfabriek die de sprong waagde. Gaaf, van beide overigens. Dat je zo out-of-the-box durft te denken en heel iets anders gaat doen maar ook het bedrijf dat alle vooroordelen over 50+ naast zich neerlegt en hem aanneemt. Want het gebeurde laatst weer op een bijeenkomst over arbeidskansen dat er toch nog iemand het waagde de 50+’ers af te schilderen als ongemotiveerd en ongeïnspireerd. Maar ik zie er heel wat die nog een cursus beginnen of dolgraag aan het werk willen maar die door het bedrijfsleven niet eens worden opgemerkt. Terwijl ze helemaal niet meer de hoofdprijs vragen, u moet al die krantenverhalen niet geloven dat is namelijk slechts een topje van de ijsberg; die best begrijpen dat jongeren een kans moeten krijgen en dat zij als ouderen niet altijd met het vingertje moeten wijzen. Laatst riep iemand ‘Kennis staat innovatie in de weg’ en dat kan best zijn maar niet elke kennisdrager blijft in dezelfde groef hangen, kijk maar naar het voorbeeld dat ik eerder aandroeg.

Diversiteit

Jaja, ik weet: het is een stokpaardje van mij. Maar vorige week was ik op een congres rond productie/procesautomatisering en als er vijf vrouwen liepen op totaal bijna 200 congresgangers, dan overdrijf ik nog. Jammer, een gemiste kans vind ik.

Houd me ten goede, ik ben geen voorstander van positieve discrimatie, quota enzovoort maar sorry, het idee dat de industrie bestaat uit ‘mannen in blauwe overall’ is sterk achterhaald. Iedere procesoperator loopt al met een Ipad onder de arm. En bij de chemische multinational die ik onlangs bezocht, overigens heel internationaal georienteerd dus ook veel buitenlandse werknemers, kan het wel: twee van de vijftien procesoperators is daar vrouw !

Wat er dan mis is? Het blijft wel om imago gaan en spread the news.

Daarom was ik aangenaam verrast door een stukje in het AD van 23 februari 2016 : http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Nederland/article/detail/4249984/2016/02/23/Gitte-16-als-eerste-meisje-in-landelijke-lasfinale.dhtml

Zo kan het dus ook ; en er over vertellen hoe leuk het is !

Niet dat ik de (proces)industriewijsheid in pacht heb maar dat vind ik juist zo leuk: rondkijken en leren. Om nog eens een open deur te gebruiken: out-of-the-box denken en buiten gebaande paden durven gaan. En dat durft dat meisje, want je wil waarschijnlijk niet weten hoeveel leraren er haar op andere gedachten hebben proberen te brengen.

Over out-of-the-box denken gesproken: zo hield David Kemps namens ABNAmro een voordracht over Internet of Things op de Productieprocesautomatiseringsdag (PPA) van FHI half februari 2016. Kemps beschreef twee duidelijke trends: standaard maatwerk en servitization.

Het eerste zullen kenners uit de industrie iets makkelijker herkennen: kleinere series en kortere levertijden want ook kortere product life cycles. En als consument herkent u het helemaal: u wilt een klantspecifieke oplossing zonder dat de prijs de pan uitrijst.

Het tweede verwijst naar focus op diensten en lange termijn client lock-in. Beetje abracadabra voor u? Maar bedenk dan dat de wereld gaat veranderen. Kemps had het voorbeeld van de samenwerking tussen Miele en Bundle waarbij u een wasmachine-abonnement afsluit en als hij stuk is gewoon een vervanger krijgt. Niemand die moeilijk doet over reparatie, dat gebeurt wel maar niet in uw (kostbare) tijd.

Dus out-of-the-box denken? Zeker weten en de jongere generatie denkt al zo: bezit? ‘Niet voor mij, wel delen/lenen/leasen enz.’ Even wennen voor de wat oudere generatie.

En wat betreft die diversiteit? Omdat ik het zo leuk vind er over te communiceren, krijgt u diverse hapklare brokken gepresenteerd over onderwerpen waar u zich normaal gesproken niet zo snel in zou verdiepen.

 

Toeval bestaat niet

In mijn column in Fluids Processing (http://www.vezor.nl/fluids/2015-6) refereerde ik er al aan: Toeval bestaat niet. Want je kunt het een handje helpen.

Dat ondervond ik de laatste weken maar weer eens. Net op het moment dat ik bijeenkomstbezoeken-moe was en mij had voorgenomen in 2016 selectiever te zijn, ontdekte ik toch weer de voordelen ervan. Waar ik eind november niet meer wist hoe ik de vergaarde kennis allemaal op papier moest krijgen, toonde Jort Kelder op 7 december j.l. bij de Machevo ALV (http://fluidsprocessing.nl/nieuws/4653/mindboggling-en-clubzaken-op-alv-machevo—bulk-vereniging.html) aan hoe waardevol het is als een communicator blijk geeft van zich te hebben verdiept in de materie: Verbanden leggen en verbinden!

Een dag later zat ik bij het Doetinchemse Alzheimer Café en constateerde daar waarom ik me telkens weer in dat onderwerp verdiep: er valt communicatietechnisch nog heel wat te winnen. Dus mijn voornemen voor 2016: weer veel kennis vergaren op wat voor een manier ook, om te delen met zoveel mogelijk anderen.

Het toeval was dat ik me net had voorgenomen om het ‘rustiger’ aan te doen. Maar aangezien de aard van het beestje dat nou eenmaal niet toelaat, help ik het toeval in 2016 weer een beetje door mij gewoon te (blijven) verdiepen in de onderwerpen die mijn hart raken: duurzaamheid (inclusief recycling natuurlijk), zorg, mensen en mobiliteit, in wat voor vormen dan ook.

En natuurlijk hoor ik u zeggen: ‘Tis als met een nieuwe auto kopen, ineens spot je overal dezelfde. Dat is geen toeval dat is focussen.’ Ok, dan noemen we het gerichte aandacht. Maar t helpt wel. Al is het alleen maar om niet te verzuipen in alle informatie die tot ons komt.

Herkenbaar? Ik wil u graag helpen focussen op wat voor uw belang of bedrijf het belangrijkste moet zijn in 2016. Toeval? Zeker niet, gewoon ff n belletje volstaat.

Geruststelling

Tot nu toe stond ik altijd wat sceptisch tegenover het grote aantal communicatiestudenten. Was dat niet net zoals bij kappers waar we op een gegeven moment ook veel te veel van hadden? En waarom gingen die studenten niet iets technisch doen waar veel meer banen mee te krijgen zijn?

Maar het Digital Plant Kongress van een paar weken geleden in Duitsland opende mij de ogen. Het ging daar over, als u in de maak/procesindustrie zit, raadt u het al: Internet of Things. Oftewel, wat te doen met die gigantische brei aan data die ons met de moderne stand der techniek ter beschikking staat. Het ene bedrijf is er al wat meer bedreven in dan het ander, variërend van een eigen ‘cloud op de google server’ tot wel ter beschikking maar nog niet voldoende benut. Maar de crux zit m in als bij zoveel veranderprocessen: communicatie. ‘Want als niet iedereen er achter staat, gaat t m niet worden’.

En vandaar die geruststelling dat ik voorlopig niet zonder werk zit. Bovendien sprak ik onlangs collega’s die zich er over beklaagden dat een beetje technisch schrijver met een lampje te zoeken is. ‘Binnen een stukkie van vijf regels al drie dt=fouten, los van het feit of ze de materie wel begrijpen.’

Ok, dat laatste valt ook niet mee weet ik uit ervaring na bijna tien jaar door schade en schande wijs geworden en vooral heel veel bijenkomsten als seminars, plantbezichtigingen of wat dan ook bezoeken. Want, nee ik ben ook niet technisch maar wel communicatief ingesteld. En soms helpt het vanaf de ene kant, techniek, aan te vliegen en soms van de andere kant. Maar informatie moet je eerst vergaren om het te kunnen communiceren en vervolgens te delen. Die man aan de machine is er misschien al wel heel lang mee bezig maar heeft het ook ooit moeten leren.

Dus inmiddels zeg ik: communicatie, ja graag!

(On)geschikt

Ik zit achter mijn bureau. Naast me ligt mijn I-phone verbonden met een kabeltje aan mijn PC. Het instellingen-appje gaf aan dat er allerlei updates waren en ik wilde wat muziek downloaden. Er flikkert van alles op het schermpje: geen idee! Bent u niet technisch? Nee, absoluut niet. Ik kan er leuk over schrijven, al zeg ik het zelf. En soms waagt een doorgewinterde ir/ing zich aan een discussie met mij maar meestal worden we het toch eens. Want zeg nou zelf, techniek is pas leuk als het behapbaar is. Althans, om het over het voetlicht te krijgen, moet de lezer het snappen. Dus toog ik de afgelopen tien jaar naar zo ongeveer elke uitnodiging die ik kreeg om een installatie te bekijken. Zien is geloven en begrijpen. Niet dat ik het altijd helemaal doorgrond, maar ik kan het in ieder geval in begrijpelijke taal aan anderen uitleggen.

Net zoals accountancy. Hoewel medio 80 bleek dat ik zelf niet geschikt was als accountant, red ik me er schrijvend mee in voorheen Accountancynieuws, nu Accountants vanmorgen bijvoorbeeld. Net als de zorg. Ik val flauw bij het zien van bloed maar laat mij maar een verhaal schrijven over vooral care in de zorg en mensen reageren verrast.

Iedereen zijn kwaliteiten natuurlijk. Al wandelend in het bos bedenk ik de mooiste verhalen. Heerlijk ontspannen, maar ze dan nog op papier krijgen is wel de kunst. Meestal weet ik de essentie nog wel en kom ik al schrijvend wel weer in de ‘flow’.

Heeft u er wat meer moeite mee? Schroom niet en neem contact op om eens te brainstormen wat we voor elkaar kunnen beteken. Ik ben wel zo technisch dat ik mijn I-phone kan beantwoorden. En voor de echt technische zaken, zeker op ICT-gebied, heb ik mijn systeembeheerder.

 

Christien Nuboer

De zegeningen van het platteland

Het is zo’n mooie zomerdag. De ene buurman haalt zijn hooi binnen, de ander plaatst pionnetjes op de openbare weg. Een beetje harde vorm van communicatie, dat geef ik toe.

Wij wonen in het buitengebied in het oosten van het land. Zo’n omgeving die van mensen uit het westen, naast ‘wat is het mooi hier’, steevast de opmerking ontlokt ‘Jullie hebben zeker geen file’. Mijn antwoord: ‘Alleen in het weekend’. Want dan gaan al die westerlingen los: wandelen fietsen, rally rijden, noem maar op. Prima natuurlijk, wij willen graag delen (niet voor niets begonnen we onze bed&breakfast Pont8).

Maar ‘zij’ vergeten even dat ons tempo iets anders ligt en dat wij ‘gewoon’ onze dagelijkse beslommeringen hebben. Bovendien als ik Pieterpad of hondenwandel ga ik voor snellere personen/voertuigen aan de kant. Ik schaam me zelfs als ik ze niet op tijd hoor en ze moeten afremmen omdat ik in de weg loop.

Maar sommige mensen denken daar heel anders over, merk ik. Blijven midden op de weg lopen, crossen liefst zo hard mogelijk door (hoezo dan nog wat natuur spotten) en vinden het heel normaal om een chicane te maken waar mijn buurman pionnetjes plaatste om hen af te remmen omdat hij gek werd van de snelheid op een weg die daar niet op berekend is.

Kortom, u begrijpt het al: het is de rust zelve hier en communicatie zijn we heel sterk in. Waar de Achterhoeker onder een gemompeld jaojao zijn hoofd schudt, ben ik net als mijn import buurman uit het westen, recht door zee. Dat communiceert namelijk makkelijker. ‘What you see is what you get.’

Spreekt u dat aan maar vindt u het ‘verpakken’ wat lastig, neem dan eens een kijkje in mijn portfolio of maak meteen een afspraak om eens te brainstormen over hoe uw communicatie(plan) aan te pakken. En dat mag altijd bij mij op locatie, al was het alleen maar om de rust te ‘proeven’.

Goede voornemens

Uren, dagen, maanden, jaren

2015 is al weer even op streek en onze goede voornemens lijken weer te verbleken. Hoe komt dat toch vroeg ik mij af?

De laatste twee weken van het jaar vliegen voorbij waarin vooral privézaken onze aandacht vragen. Ik noem het bewust geen verplichtingen want het was gezellig en harmonisch en we hebben veel ondernomen. Maar toch concludeer ik dat we van te voren een nog langer lijstje op hebben gesteld, waarvan de helft op 31 december nog niet eens kan worden afgestreept. Vandaar waarschijnlijk dat gevoel op 1 januari ‘We gaan het beter en grondiger aanpakken’.

Of is het gewoon mooi een ijkpunt te hebben? Terug kunnen kijken op een afzienbare periode en moeten constateren dat wat in ons hoofd zit, nog niet is geëffectueerd?

Dus 2015 moet het gaan worden! Er liggen nog uren, dagen en maanden voor me. Van al mijn voornemens wil ik op 31 december van dit jaar kunnen constateren dat ik ze kan afstrepen……

Nietwaar natuurlijk en o zo herkenbaar waarschijnlijk.

Maar hoop doet leven, positivisme geeft kracht en af en toe reflecteren doet iedereen beseffen dat we niet alles zelf kunnen.

Dus richten op waar je sterk in bent en uitbesteden wat te veel energie kost! Dat wordt mijn motto dit jaar. Eerst dacht ik ‘Alleen nog maar doen wat ik leuk vind’. Maar sommige niet leuke klusjes moet je dan leuk maken en dat lukt helaas niet altijd. En ik vrees dat nare klusjes zich vanzelf aandienen en dus niet op het voornemenlijstje hoeven maar wel afgewikkeld moeten worden.

Ooit leerde al eens iemand mij iets waar je het meest tegenop zag als eerste aan te pakken. Want als dat dan lukt, kun je de rest van de dag de hele wereld aan….

En mijn goede voornemens? Die ga ik u niet vertellen bang dat u er mij aan het eind van 2015 op afrekent.

Uw goede voornemens? Rangschik ze en pak aan. Communicatieklusjes waar u tegen aan hikt? Die vind ik leuk en toevallig ben ik er ook best goed in. Dus schroom niet, want voordat u weet zijn die uren, dagen en maanden al zo weer een jaar.

 

Hergebruik in de praktijk

De schijf van vijf op mijn website is niet bij toeval tot stand gekomen. Het zijn allemaal onderwerpen die me na aan het hart liggen. De ene keer is het procesindustrie die wat meer komt bovendrijven, soms mobiliteit en de laatste tijd recycling. Dan lijken er allemaal stromen samen te komen. Ik hoorde verhalen over een werkbezoek aan India op het gebied van afval(water)zuivering, aangevuld met een voordracht van Gunter Pauli. Dat inspireerde mij vervolgens weer om zijn boek De Blauwe Economie te lezen. Herkent u het fenomeen? Het is hetzelfde als u een automerk op het netvlies heeft en dat merk dan steeds ziet rijden. Kortom, zo verging het mij ook. Steeds stuitte ik weer op een ander hergebruikonderwerp. Hartstikke leuk, omdat er heel veel al gebeurt maar er nog veel meer kan en dat bovendien nog veel meer communicatie vereist.

Want ik realiseer me dat als iemand van het platteland ik de mogelijkheid heb te hergebruiken. In tegenstelling tot iemand in de stad. Ik houd alles apart en vaak krijgt het bij ons thuis al een tweede leven. Groente- en fruitafval niet alleen in de ‘groene’ container maar ook als kippenvoer. Tuinafval op de composthoop, stenen als verharding op onze oprijlaan en dan heb ik het nog niet eens over de dagelijkse zaken als kranten, flessen, textiel en plastic in de daarvoor, aparte zakken en containers verzamelen.

Gunter Pauli beschrijft in zijn, naar mijn mening wel erg wetenschappelijke boek, simpele methodes om op basis van de natuur duurzaam te produceren en te consumeren. Zodanig dat we niet alleen geen roofbouw meer plegen op onze bronnen maar ze zelfs kunnen herstellen met als positieve bijkomstigheid banengroei. Vooral de voorbeelden aan het eind spreken tot de verbeelding. Misschien zag u er onlangs al een voorbij komen: de paddenstoelen op gebruikt koffiedik.

De innovatieprijs op de beurs, genoemd in mijn eerste blog ging naar een apparaat dat water kan zuiveren zonder chemicaliën. Een glunderende prijswinnaar maar hoe vermarkt je dat?

Iemand van het kenniscentrum papier en karton hield op diezelfde beurs een voordracht over hoe zij hun energieverbruik in 2020 willen hebben gehalveerd. Open en transparant en een goed voorbeeld van communicatie.

Nog twee duurzaamheidscommunicators die ik hoog heb: Wubbo Ockels en André Kuipers. Van de eerste van de week zijn ‘laatste woord’ gezien bij de TV-show. Indrukwekkend en kennelijk beseffen we hier op aarde rondlopend onvoldoende hoe kwetsbaar de aarde is. Biedt een ruimtereis een heel andere invalshoek. Eigenlijk te gek voor woorden, zoals de slogan ‘Een beter milieu begint bij jezelf’ al aangeeft, gewoon een kwestie van mindset en voor een ieder kansen genoeg om er vandaag nog mee te beginnen. Doen!

Zorgslippertje

Zorgslippertje

Oei, daar ging wat fout. Ben Oude Nijhuis en Joop van Rijn vertelden in het AD wat hun vrouwen in het verpleeghuis moeten doorstaan. De eerste herhaalde zijn klacht uitgebreid op tv waar de zoon van de tweede, Martin van Rijn en toevallig ook nog staatssecretaris van Volksgezondheid het Nederlandse beleid mocht verdedigen. En daar ging het verschrikkelijk mis. Heeft die man geen pr-functionaris vraag je je dan af? Volgens mij moeten er heel wat pr-bobo’s rondlopen in Den Haag.

Ooit in een verpleeghuis geweest? Dan herkent u het toch. Het stinkt er, voornamelijk naar urine terwijl de verzorging zijn stinkende best doet, beetje vreemde kreet in dit verband misschien. Leve de ouderdom! Omdat we allemaal 100 moeten worden en verzorging van 1:1 willen, wordt het onbetaalbaar en zelfs dan niet waterdicht. Want je draait je om en de demente heeft al weer wat nieuws verzonnen waar jij eigenlijk niet op zit te wachten.

Dus Van Rijn jr. had kunnen pareren met ‘Voordat ik deze drukke baan aanvaardde, zat ik regelmatig een dag bij mijn moeder. Kon ik ervaren hoe het er aan toegaat in zo’n verpleeghuis maar daarnaast de verpleging een beetje ontlasten die toch vaak de benen uit zijn lijf loopt.’

Een oproep erbij dat iedereen een dag per jaar vrijwillig helpt in het verpleeghuis, en we hebben ons zorgprobleem al bijna verholpen. Tuurlijk vind ik het ook schrijnend dat de directie winst maakt. Laten we in vredesnaam onze zorgpremie gebruiken waar hij voor is bedoeld. Want onze grootste angst is dat we ook in zo’n verpleeghuis eindigen en angst is nou eenmaal een slechte raadgever.

Persoonlijk liep ik een van mijn grootste trauma’s op bij een Kerstdiner in het verpleeghuis. Let wel, dit verhaal dateert van 13 jaar geleden. De partner van mijn moeder overleed en mij viel de eer te beurt haar te vergezellen op het Kerstdiner. Het restaurant was omgetoverd in kerstsferen, prachtig gedekte tafels en live muziek. Wij weten dat je dan keurig hoort te blijven zitten maar mijn moeder wilde dansen op de muziek. Boos dat ze niet mocht opstaan, ‘dat hoort niet’ dus ik weerhield haar, was de kerstsfeer ver te zoeken.

Moraal? Misschien moeten we ons beeld bijstellen van wat hoort en de demente in zijn eigen waarde laten?